Wat is er zo bijzonder aan ‘biologische zuivering’?
Roberto: “Bij een biologische zuivering breken zuiverende micro-organismen de vervuiling in het water af. Die bacteriën kunnen enkel overleven in de juiste omstandigheden. Je moet dus goed rekening houden met de samenstelling van het water. Om een voorbeeld te geven: vroeger verwerkten we heel veel vlees, dat van nature rijk is aan stikstof. Doordat het vleesverbruik zo sterk is gedaald, moeten we nu zelf stikstof toevoegen, want dat is nodig voor het zuiveringsproces.”
Merken de medewerkers een verschil in werken voor en na het waterzuiveringsstation?
Roberto: “Ja, in die zin dat iedereen er rekening mee moet houden. Stel dat Quality beslist om een nieuw poetsproduct te gebruiken, dan moeten ze dat eerst afstemmen met mij. Want het moet natuurlijk wel compatibel zijn met de biologie van de waterzuivering. Maar ook als er iets wordt weggegooid, zeker bij grote hoeveelheden of een nieuw product, moet dat eerst even gevraagd worden. Op die manier wordt iedereen zich wel bewuster van het afvalbeleid. Onze regelmatige meetcampagnes zijn ook telkens weer een goede reminder.”
Vraagt zo'n waterzuiveringsstation veel onderhoud? Kan je dat toelichten?
Roberto: “Uiteraard vergt zo’n systeem wel wat onderhoud. Tijdens de weekdagen worden er een paar keer per dag controles uitgevoerd door iemand van de technische dienst. De vult dan — indien nodig — ook product aan, reinigt de filters etc. In het weekend wordt het station vanop afstand gemonitord. Dat kan trouwens van overal ter wereld. In geval van problemen zendt het systeem automatisch een waarschuwing uit.”
Hoe groen ziet de toekomst van Deliva eruit? Staan er nog grootschalige projecten op de planning?
Roberto: “We werken al een tijdje rond circulair waterverbruik. Vandaag kunnen we al een gedeelte grondwater bereiden naar stadskwaliteit en inzetten bij de productie. Op termijn zouden we nog veel verder willen gaan en ons afvalwater hergebruiken, zodat we geen — of zo weinig mogelijk — leidingwater hoeven af te nemen. Natuurlijk is dat als voedingsbedrijf een gewaagde zet. Maar het is perfect mogelijk. Daar zit toekomst in, zeker met de huidige watertekorten.”